Jeugd
Oppas voor de allerkleinsten (0-3 jaar) en Kiezeltjes (3-6 jaar)
Op de 2e en 4e zondag van de maand is er oppas voor de allerkleinsten (0-3 jaar) en komen de Kiezeltjes (kinderen van 3-6 jaar) samen in de Kosterijkamer. Deze is te vinden rechts bij de achterdeur. Ze zijn vanaf 9.45 welkom.
Hoe ziet de viering eruit?
De kinderen beginnen in de kring. Er wordt een kaars aangestoken en een lied gezongen: “Dag vlam, dag bloem, dag doos”. In de doos zit elke keer een ander voorwerp, dat te maken heeft met het thema van de ochtend en met het prentenboek dat samen bekeken en voorgelezen wordt. Thema’s zijn bijvoorbeeld vertrouwen, alleen of samen zijn, vriendschap, groeien en vrolijk of juist verdrietig zijn. Na het verhaal gaan de kinderen spelen of knutselen.
Aan het eind van de viering van de grote mensen komen de Kiezeltjes samen met de allerkleinste kinderen in de kerk. Daar kunnen ze voorin zitten, op een bankje of op schoot bij de oppas, of bij papa of mama gaan zitten. Zo kunnen ze het slot van de viering meemaken en meezingen met het zegenlied.
De methode die voor de vieringen van de kiezeltjes wordt gebruikt heet “Kom in de kring” en is ontwikkeld door Corien van Ark. De leiding van de Kiezeltjes is in handen van Marleen Kemink en Rebecca van de Beek. Er is altijd extra oppas aanwezig.
Kinder- en tienerkring (7-12 jaar)
Hoe ziet de viering eruit?
De opening is volgens een vast ritueel. We beginnen met een spel waarin de kinderen de drukte van de ochtend van zich af kunnen schudden en landen in de kerk. Het spel heeft vaak al iets met het verhaal te maken. Daarna heten we iedereen welkom door de kaars door te geven, de wijzer van de kalenderklok van het kerkelijk jaar (zie plaatje) te verschuiven en de verjaardagen van nieuwe kinderen aan kalenderklok toe te voegen. Dan is het tijd voor een verhaal. In de kringen wordt aangesloten bij de verhalen die op dat moment in de kerk worden verteld. Als ouder ben je dus met hetzelfde onderwerp bezig als je kind. Centraal staat de beleving van het verhaal. Dat kan betekenen dat we met heel veel koffers op weg gaan om ergens onze tent op te zetten, net zoals Abram en Sara of we bouwen een de boot van Noach en kijken hoe het is om daar ‘heel lang’ in te moeten zitten. Soms luisteren we naar een Godly Play verhaal wat een meer verstilde vorm van vertellen is met behulp van kunstzinnige materialen. Leiding: Cecile Singh–Povel, Marloes Splunter, Ewout Openneer en Roos Anne Brandsma. De kringen worden voorbereid en uitgewerkt door jeugdwerker Esther van Hoeve.